Verslag symposium
Verslag symposium CIV T&U 23 januari 2018
Generatie Z past goed bij onze innovatieve tuinbouwsector
“De jongste generatie, generatie Z, zijn onze toekomstige werknemers. Met hun behoeften, waarden en normen kun je nu al rekening houden, zodat je hen echt aanspreekt en aan je bedrijf bindt”, vertelde spreker Aljan de Boer van Trendsactive tijdens het CIV T&U symposium. Dit laatste is hard nodig. ‘Het zoeken, vinden en behouden van nieuwe vooral technisch geschoolde werknemers is een van de belangrijkste aandachtspunten in de tuinbouwsector’, aldus spreker Martin van Gogh, Hoogendoorn. “Goed geschoolde, serieuze, enthousiaste werknemers zijn er hard nodig”. En de generatie Z past precies in dit plaatje. Goed om te zien dat door de gezamenlijke inzet van bedrijfsleven, overheden en onderwijsinstellingen, de interesse voor groene opleidingen steeds meer toeneemt. Het Centrum voor Innovatief Vakmanschap heeft hieraan de afgelopen jaren positief bijgedragen.
CIV T&U backbone Groene Ontwikkelagenda
Om de krapte op de arbeidsmarkt in de tuinbouwbranche aan te pakken, hebben ondernemers en onderwijs vijf jaar geleden onder de koepel van het CIV T&U de handen ineengeslagen om mbo-talenten te laten uitgroeien tot innovatieve vakkrachten voor de tuinbouw. En “wat is er inmiddels ongelooflijk veel gebeurd”, opende Gert Kant (Lentiz onderwijsgroep en penvoerder CIV T&U) het symposium. “Zo zijn er 20 onderwijsmodules over techniek en innovatie ontwikkeld door docenten en ondernemers samen, en zijn er zes Meetingpoints opgericht waar talloze verbindingen zijn gelegd tussen regionale ondernemers en onderwijsinstellingen. Dat heeft het imago van de Tuinbouw op de scholen inmiddels een enorme boost gegeven. Het CIV T&U maakt hiermee de doelstellingen van de Groene Ontwikkelagenda helemaal waar”. Michel Berkelmans (directeur ministerie van LNV), die vijf jaar geleden de eerste cheque van het toenmalige ministerie van EZ overhandigde aan het CIV T&U, beaamde dit volmondig. “Het CIV T&U en de meetingspoints vormen de backbone van de Groene Ontwikkelagenda,” vond ook Loek Hermans (boegbeeld van Topsector T&U en voorzitter T&U Board). Gezamenlijk werd de ambitie uitgesproken om het CIV T&U te kunnen continueren. Michel Berkelmans kreeg het eerste boekje met de resultaten van het CIV T&U overhandigd.
Schouderklopjes en faciliteren
Spreker Aljan de Boer (TrendsActive) nam vervolgens de aanwezigen mee in de wereld van de nieuwe generaties: de Millenniums en Generatie Z. Zij vormen een belangrijke doelgroep voor de tuinbouw, want over niet al te lange tijd zal 35 procent van de beroepsbevolking onder de 30 jaar oud zijn. “Als je de jongeren wilt bereiken, moet je ze begrijpen, dan kun je relevant op hun behoeftes inspelen”. Met grappige voorbeelden liet Aljan zien dat je de Millenniums - de kinderen van de Babyboomers met het positieve wereldbeeld - het gevoel moeten geven dat ze bijzonder zijn. Oftewel: schouderklopjes geven. Terwijl Generatie Z, waarin de meeste mbo-studenten in de zaal zich herkenden, zijn opgegroeid in een chaotische wereld vol strijd en met snelle digitale ontwikkelingen. Zij hebben een realistisch wereldbeeld, willen iets bijdragen aan de maatschappij, en denken dat met behulp van technologie zelf te kunnen op lossen. Een groep die je op de juiste manier moet faciliteren dus.
“Is de Tuinbouw klaar voor generatie Z?” vroeg dagvoorzitter Nico van Hemert de aanwezigen. “De ene ondernemer wel, de andere niet”, was het antwoord van de zaal.
Kennis exporteren
Ondernemers willen bijdrage leveren aan onderwijs
Hoe kunnen we de nieuwe generaties interesseren voor de tuinbouw? In de verschillende inspiratiesessies werden veel goede suggesties gedaan.
‘We moeten het vraagstuk onderkennen, de krachten bundelen, kennis delen en zelf initiatief nemen’, was de conclusie bij de groep van Van Gogh. Precies de missie van het CIV T&U dus. ‘Het imago moet nog beter worden. Ondernemers moeten de buitenwereld laten zien wat ze in huis hebben.’ En: ‘laat jonge vakmensen uit de Tuinbouw voor de klas hun verhaal doen’. Of: ‘school 55-plussers uit het bedrijfsleven om naar docenten’. Ook werden goede voorbeelden genoemd zoals de spannende video-serie die is opgenomen in een innovatief tuinbouwbedrijf en die op scholen wordt vertoond. En het leerproject waarbij studenten een eigen kas krijgen, en ze zelf een onderzoek kunnen uitvoeren met behulp van ondernemers. Maar goed onderwijs geven met de focus op de vernieuwingen van de tuinbouw kost geld. ‘Geen probleem’, vonden de ondernemer, ‘daar willen we best aan bijdragen’.
Ook zouden we ons meer moeten inleven in de nieuwe generatie. ‘Wat beweegt hen en kunnen we ze meer (deel)verantwoordelijkheden geven, om ze te motiveren?’ was de vraagstelling tijdens de inspiratiesessie van De Boer. ´Maak ze mede-eigenaar van hun eigen toekomst, kijk waar deze jonge mensen behoefte aan hebben. Dat kan best heel anders zijn dan bij de iets oudere werknemers. Misschien kun je zelfs een jongeren-paraaf opnemen bij de arbeidsvoorwaarden’. En voor het onderwijs en de sector in het algemeen geldt: maak de toekomst tastbaar. ‘Geef de jongeren een helder (toekomst)beeld van de sector waar ze in komen te werken’.
World Horti Center maakt indruk
Het World Horti Center, de locatie waar het symposium werd gehouden, vormde een mooie illustratie van een succesvolle samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven. En een effectieve manier om het imago van de tuinbouw goed neer te zetten. Tijdens de rondleidingen gaf men aan bijzonder onder de indruk te zijn van hoe bedrijven en scholieren samen in een pand functioneren en van de nieuwe technologieën die daarbij werden getoond.
Het symposium werd afgesloten met de uitreiking van de wisselbeker aan de winnaar van het CIV T&U-managementgame. Zes teams hadden zich de tweede helft van de middag gebogen over de vraag: wat te doen als je - als managementteam - wordt gebeld door je grootste klant met de melding dat er schimmel in je tomaten zit. Het Prinsentuincollege uit Breda hield het hoofd koel en koos de juiste aanpak.